Mijn eerste marathon, feestje of drama?

Na een aardige voorbereiding kwamen afgelopen week toch de twijfels over mijn deelname aan de marathon van Etten-Leur. Na een mentale meltdown raapte ik mezelf bijeen en startte afgelopen zondag toch in mijn eerste marathon.

Practice what you preach. Onder dat motto besloot ik ergens in juli mee te gaan doen aan één van de najaarsmarathons. Uiteraard met schema’s van Sportrusten. Normaal gesproken train je dan in 100 dagen naar de marathon waarbij je maximaal 14 km per training loopt. Met die methode heb ik inmiddels een behoorlijk aantal hardlopers gecoacht. Zelf liep ik echter nog nooit een volledige marathon. Daar moest eens verandering in komen.

Etten-Leur, dat ging hem worden. Ik kon pas na de zomervakantie serieus gaan trainen. Dus met een marathon op de laatste zondag van oktober had ik nog 65 dagen over om me voor te bereiden. Die periode verliep voorspoedig. Mijn snelheid bij marathonhartslag nam flink toe en begin oktober liep ik 4,5 minuut van mijn PR op de 10 km af tijdens de Singelloop in Breda.

Tot zover niets aan de hand, tot ik een schaafwond op mijn knie opliep tijdens een kickboks clinic. Gevolg: een pijnlijke knie en een lichte ontsteking van de binnenste knieband. En dat net op het moment dat de zwaarste trainingsweken eraan kwamen waar ik echt nog even aan de bak moest. Je raadt het al, dat feestje ging niet door. Na drie kwartier lopen kwam een stekende pijn opzetten die mij het plezier in het lopen ontnam. Noodgedwongen ben ik gaan mountainbiken om toch mijn conditie te onderhouden. Ondertussen bezocht ik de fysiotherapeut en osteopaat.

12 Dagen voor de marathon liep ik voor het eerst weer 7 km pijnvrij. Twee dagen later waren dit er 9, maar daarna weer last. Na drie dagen rust, de maandag voor de marathon probeerde ik de 12 km. De laatste duurtraining voor D-day verliep behoorlijk. Pas in de laatste km voelde ik de pijn in de knie komen. Maar goed, 10 km pijnvrij lopen is iets heel anders dan een volledige marathon. En toen kwam de twijfel. Doe ik er verstandig aan om hem te lopen?

Na twee dagen van twijfel heb ik voor mezelf de knoop doorgehakt. Ik zou starten. Tijdens de eerste ronde van 21 km wilde ik het tempo laag houden. Daarna zou ik wel zien. Na de eerste ronde kon ik altijd uitstappen. En zo maakte ik daags voor de wedstrijd mijn strategie.

D-day was aangebroken. Na een goede nacht stapte ik fris uit bed. Ik had er zin in. Het was heerlijk loopweer. Droog, zonnig, windstil, 15 graden en een afwisselend parcours. De klok was verzet, dus ik had een uur langer om me voor te bereiden en met de start om 11:45 hoefde ik me niet te haasten.

Met tape om de knie was ik klaar om te gaan. Ik sprak collega Mark in het startvak. Hij had plannen voor een mooie eindtijd. Die had ik ook. Weliswaar had ik mijn ambitie bijgeschaafd, maar de strategie zou me naar een tijd van rond de 4 uur brengen. Liefst met een ‘negative split’, een snellere tweede helft dan eerste helft.

Het startschot klonk. Eindelijk mochten we beginnen, het avontuur ging van start. Angstvallig hield ik mijn horloge in de gaten om niet te snel te starten. De eerste 20 km wilde ik op 5:41/km lopen, bijna een minuut langzamer dan mijn snelste trainingskilometers. Op dit rustige tempo zou ik precies na 4 uur finishen.

De eerste kilometers was ik echt aan het genieten. Veel toeschouwers langs de kant en het eerder genoemde heerlijke loopweer geven echt vleugels. Ik had ook geen last van mijn knie.
Na een kilometer of 5 raakte ik in gesprek met een vader en zijn dochter (zie foto hieronder). Zij liep ook haar eerste marathon. Samen hielden we de tussentijden in de gaten. Zo liepen we al kletsend de kilometers weg en sloten we aan bij een grotere groep van zo’n 15 lopers die allemaal rond de 4 uur wilden finishen.

vader-en-dochter

Zo schoot het lekker op. De eerste 18 kilometer verliepen moeiteloos. Natuurlijk moest ik even glimlachen bij 14 kilometer, mijn maximale afstand in de training. Na 18 kilometer liep ik samen met een andere loper ongemerkt weg uit dat groepje. Deze lichte versnelling was voor mij het begin van een nieuwe fase in de wedstrijd. Na 20 km kreeg ik een bidon van mijn vriendin en besloot ik het tempo verder op te voeren. Zo liepen we samen over de finish waarop mijn loopmaatje even stopte om op onze achterliggende groep te wachten.

Ik liep in mijn eentje door. Vanaf nu geen kilometertijden meer, maar lopen op hartslag. Ik voelde me nog fris, zeker in vergelijking met enkele tegemoetkomende lopers. Ongelofelijk dat sommige lopers met zo’n slechte techniek de finish halen. Maar goed, ieder zijn ding.

14-km-marathon-etten-leur

Vanaf km 23 liep ik Etten-Leur weer uit en na het viaduct over de A58 werd het rustig. Daar begon ook de mentale slag. Want waar denk je tijdens zo’n tocht nou aan? Mijn gedachten waren heel basaal: wat is mijn hartslag? Hoe voelt mijn lichaam? Heb ik dorst? Hoe ver nog tot de volgende drankpost? Hoe lang duurt het om mijn voorganger in te halen? Wanneer neem ik mijn volgende gelletje? Eigenlijk wel lekker.

“De marathon begint bij 30 kilometer” hoorde ik vooraf. Nou daar was ie dan, de drankpost op dit punt. Tijd voor mijn laatste gelletje. Bekertje sportdrank en water er achteraan en blijven lopen. Mijn hartslag zat nu continu op 152, mijn vooraf berekende maratonhartslag. Dit kon ik prima volhouden.

We liepen door het bos dat prachtige herfstkleuren had. Stilletjes merkte ik dat ik daar geen oog meer voor had. Het begon stiekem zwaar te worden. Een fotograaf riep dat ik er nog fris bij liep. Ik riep: “zo voel ik me ook”. Complete onzin natuurlijk, maar alles is geoorloofd om de moraal hoog te houden.

Vreemd hoe je kunt verlangen naar een punt waar je trouwe supporters staan. De mijne stonden op kilometer 35 en ik had ze echt even nodig. Het vasthouden van de hartslag werd steeds lastiger. Mijn beenspieren voelden verzuurd aan. Eindelijk, daar waren ze. Een slok water, bemoedigende woorden en ik liep nog steeds.

Het plan was om vanaf dit punt nog wat te versnellen om te kijken wat erin zat. Dat plan heb ik ongeveer 2 kilometer lang uitgevoerd. Daarna merkte ik dat de pijp echt leeg was. Het aftellen was begonnen. De snelheid zakte een beetje in. En dan gaat het tussen de oren zitten. Hoe ver is het nog? Nog maar 5 km, 1/8e deel. Met mijn huidige tempo is dat maar 28 minuten. Shit, 28 minuten is echt nog heel lang….. Zo ging het ongeveer in mijn gedachten tot de laatste kilometer.

Het besef was er al heel lang. Stiekem fantaseerde ik al over de finish. Armen in de lucht, pure blijdschap, rauwe emoties. Ik ging dit afronden. Wat ik vooraf niet voor mogelijk hield werd toch waarheid, ik zou de marathon uitlopen. De laatste kilometer ging in een roes. Vlaggen, daar is de finish, daar in die bocht. Maar helaas, het was nog 200 meter verder. Een eeuwigheid later liep ik over de finish. Ik vergat mijn handen omhoog te steken, maar wat maakt het uit? Ik heb het gewoon gehaald! In 3:54:08 en met mijn ‘negative split’.

maraton-etten-leur-uitslag
tussentijden-marathon-etten-leur

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *