Berichten

3 Tips om effectief gebruik te maken van hoogteverschil

Yes, daar ben ik weer met de serie do’s and dont’s op vakantie, deel 2!

Momenteel ben ik op vakantie, in de bergen van Zwitserland.
Ik heb vandaag een paar tips voor lopen in de bergen.

Als je op vakantie gaat, dan zul je hoogteverschil tegen kunnen komen.
En dat is niet altijd even makkelijk, want in Nederland zijn we helemaal niet gewend om hiermee om te gaan.

Tegelijkertijd is het een prachtige manier om een aantal andere zaken te trainen.

Ik geef je graag drie tips voor het omgaan met hoogteverschillen en trainen in de bergen.

Tip 1 Laat de afstand los

Als er 10 km op jouw schema staat, dan doe je daar op een vlak gedeelte misschien een uur over.
Maar in de bergen no way!

Ik had er vandaag in anderhalf uur ongeveer 6 kilometer op zitten.
En dat is grotendeels omhoog geweest.

Dus laat kilometers los, en ga trainen op tijd.

Dus als jij normaal 10 km per uur loopt en er staat 10 km op jouw schema, pak dan gewoon een uur training.

Doe het wat rustiger aan. In het dal, waar meestal een rivier stroomt, is het vaak vlak.
Daar kun je je vlakke kilometers wel maken.

Tip 2 Train op hoogtemeters

In de bergen heb je een unieke omgeving die je in Nederland absoluut niet gaat krijgen.
Train daarom op hoogtemeters.

Dus in plaats dat je alleen maar vlakke kilometers maakt, zorg ook dat je hoogtemeters in de benen krijgt. Want daar krijg je absoluut sterkere spieren van.
Dat kun je in Nederland gewoon niet trainen, dus maak daar gebruik van.

Ga daarbij niet te snel van start, want net als tijdens een wedstrijd blaas je dan de motor op.
Dus rustig aan beginnen en loop ook het liefste op hartslag. Dan kun je je tempo en intensiteit in de gaten houden.

Stijgende hoogtemeters kun je trouwens het best al powerwalkend afleggen. De snelle wandelpas bespaart je een hoop energie ten opzichte van hardlopen. Probeer het maar eens.

Tip 3 Geniet van de weg die je al hebt afgelegd.

Ik liep vandaag helemaal vanuit het dal 800 meter omhoog. Vanuit daar moest ik nog wel een stukje omhoog. Dat werkt niet altijd even motiverend.

Als ik alleen maar bezig ben met de weg die ik nog moet afleggen, dan wordt het zwaar.
Kijk daarom ook eens achterom naar wat je al bereikt hebt.

Geniet ervan!

5 tips voor het vergroten van je afstand

Als hardloper wil je grotere afstanden kunnen afleggen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe bouw je duurvermogen op zonder geblesseerd of overbelast te raken?

Het is niet eenvoudig om de stap te zetten van 5 naar 10 kilometer, of van 10 naar 21, of van 21 naar 42. Dat is steeds een verdubbeling van de afstand. Een grote fysieke en mentale uitdaging. Maar jij bent toch niet bang voor een beetje uitdaging?

Er zijn verschillende methodes om je duurvermogen te vergroten. Ik bespreek er hieronder vijf.

 

1.      Verlaag je tempo.

Bij het hardlopen verbrand je vetten en suikers. Je hebt een beperkte hoeveelheid energiesnelle suikers in je lichaam. Is deze voorraad op, dan kom je de man met de hamer tegen. Je schakelt dan over op vetverbranding. Die is een stuk langzamer dan suikerverbranding. Je tempo zakt dus enorm.

Daarnaast krijg je het mentaal ook enorm zwaar. Je voelt je sloom en gaat twijfelen aan jezelf. Niet tof!

De oplossing is simpel. Verlaag je tempo tot het niveau waarop je nog makkelijk een gesprek kunt voeren. Loop je met een hartslagmeter, loop dan in zone D1. Zo ben je zuinig op je suikervoorraad en haal je die afstand met gemak. Je kunt aan het einde altijd nog versnellen als je wat over hebt.

 

2.      Train maar 1x per week op je lange afstand.

Het is verstandig om je lange afstand loop te beperken tot één keer per week. Plan deze op een dag dat je ruim de tijd hebt, zodat je in een rustig tempo kunt lopen. Het weekend is er prima geschikt voor. Je overige trainingen, zoals ik hier heb beschreven, plan je gewoon om deze loop heen.

 

3.      Hak de afstand in stukken op.

Mentaal kun je enorm opzien tegen een lange afstand. Voor mijn eerste marathon heb ik maximaal 14 km getraind. Maar de marathon is nog steeds 3x zo ver als mijn langste training. Wie garandeert mij dat ik die afstand haal? Niemand.

Ik heb de marathon opgedeeld in 3 stukken van 14 kilometer. Na 14 kilometer startte ik weer op kilometer 0. Ik wist hoe ik die 14 kilometer moest lopen en was ervan overtuigd dat ik die kon uitlopen. Bij kilometer 28 herhaalde ik dit kunstje opnieuw. Dat hield mij mentaal fris.

Het is dus een prima idee om 21 kilometer op te delen in drie stukken van 7 kilometer.

 

4.      Neem tijdig gas terug.

De boog kan niet altijd gespannen zijn. Na een aantal weken hard trainen is het verstandig om een rustige trainingsweek in te plannen. Breng je afstanden met 30% naar beneden. Je prikkelt je lichaam daarmee genoeg om prestaties licht te verbeteren én je geeft ruimte aan een stukje extra herstel.

In de trainingsleer noemen we dit periodisering. De meeste toppers plannen iedere vier weken een rustweek.

 

5.      Schrijf je in voor een wedstrijd.

In een wedstrijd kun je net een beetje meer dan in training. Schrijf je dus samen met een loopmaatje in voor een wedstrijd. Maak een mooi trainingsschema en vertrouw op de goede afloop.

Ik heb wedstrijdvoorbereidingen gehad waarin alles in de soep liep. Door vertrouwen te houden stond ik er altijd als het nodig was. Weliswaar met een aangepaste doelstelling, maar ik heb de wedstrijden wel uitgelopen.

Hulp nodig bij het maken van een trainingsschema? Dat kan tijdens de workshop Bouw je Eigen Persoonlijke Trainingsschema.